Ik ben al jaren — meer dan tien jaar inmiddels — bevriend met Remke, de zus van auteur Kars Zoon. En ik ben héél trots dat ik het ontstaan van zijn allereerste boek heb mogen meebeleven. Ik herinner me namelijk nog goed dat Kars een paar jaar geleden vertelde over een idee dat hij had, nadat hij had gehoord dat ik aan Liegen zul je werkte. Van dat eerste idee tot het boek dat nu voor me ligt: ik weet wat er allemaal aan vooraf is gegaan en ik heb gezien hoe Kars heeft doorgezet. En nu is het er – met illustraties van Michaël Olbrechts.

Kampioen in je hoofd gaat over Esmee, die ervan droomt om judokampioen te worden. Maar ze komt er al snel achter dat je daarvoor niet alleen fysiek moet trainen – je moet ook sterk zijn in je hoofd. Zelfvertrouwen, omgaan met spanning, fouten durven maken, hulp vragen: het hoort er allemaal bij. Gelukkig krijgt Esmee tips van haar moeder, haar coach Owen en haar tante Joke, zelf oud-kampioen. Zij helpen haar hoofdstuk voor hoofdstuk mentaal net zo krachtig te worden als fysiek.

Het goede aan dit boek: het is niet alleen een verhaal, maar heel zorgvuldig gemaakt. Kars (zelf sportpsycholoog) sprak met kinderen die écht sporten. Hij vroeg hen wat ze vonden van zijn tips, en of die hen hielpen. Die gesprekken gaven inspiratie én bevestiging: de kinderen waren enthousiast over het verhaal en merkten dat de oefeningen effect hadden. Op hun prestaties én op hun gevoel. Ze voelden zich zekerder, rustiger en hadden meer plezier, omdat ze voelden dat ze zelf controle konden hebben over de dingen die ze deden. Niet: de meester wil dat... of: Van mijn ouders moet ik... maar: Ik wil dit zelf, en: ik kán dit.

Het boek is opgebouwd aan de hand van de judobanden: van wit naar zwart. Elk deel staat voor een nieuwe fase en les. Kinderen vinden aan het eind van elk hoofdstuk opdrachten waarmee ze zelf aan de slag kunnen, maar ook (jong)volwassenen kunnen iets hebben aan de tips. Het leert omgaan met emoties, spanning, falen, winst en verlies. De oefeningen – van ademhaling tot visualisatie – zijn duidelijk uitgelegd. En ze helpen, geloof ik, niet alleen bij sport, maar ook op school, thuis of in andere spannende situaties waarin je hoofd in de knoop kan raken.

Ja, er is herhaling – maar daar zit juist de kracht. Want net als met sporten leer je door te oefenen en te herhalen. En misschien denk je: ik hou helemaal niet van judo. Maar dat geeft niets. Dit boek is er echt niet om je judo aan te praten. Kars laat zien hoe waardevol het is je hoofd te trainen. Want wie sport, weet hoe belangrijk je hoofd is – en wie dat nog niet weet, zal het na het lezen van dit boek beseffen.